Een tijdje terug, op het vliegtuig naar Wenen, had ik het geluk naast prof Daniel Berckmans te zitten. We hebben een interessant gesprek gehad. De professor is hoofd van de afdeling bio-engineering aan de KU-Leuven. Zij houden zich bezig met het monitoren en voorspellen van lichamelijke processen. Dit heeft een hoop interessant toepassingen in de medische wereld, maar ik zat natuurlijk direct aan toepassing in de sport te denken. Uiteraard zijn ze daar ook heel intensief mee bezig en dus ging het gesprek in die richting.
Het is natuurlijk onderzoek en hoewel de mogelijkheden heel uitgebreid zijn, is het altijd lastig om deze dingen toe te passen. Ze zitten echter in het stadium waarbij de eerste resultaten er zijn en willen heel binnenkort naar de markt.
Zo hebben ze bij voorbeeld onderzoek gedaan met thermische sensoren om te kijken of fietshelmen een optimaal gebruik maken van de luchtgaten (zie hier). Het resultaat was dat een betere plaatsing toelaat om een helm dubbel zo efficiënt te laten koelen, en dit terwijl de huidige helmen het allemaal ongeveer even goed (of slecht) doen of dat gebied.
Er zijn echter ook activiteiten die redelijk snel producten kunnen opleveren die onmiddellijk prestatie bevorderend zijn . Ze hebben hiervoor een spin-off, BioRICS opgericht. Zo is er een systeem dat in voetbal toegepast wordt om de mentale toestand van de spelers constant in het oog te houden, zowel tijdens de training als tijdens de match. Dit wordt getest en toegpast bij een internationale topclub. Zo kunnen spelers bij voorbeeld gewisseld worden als ze onder teveel stress komen, of (te) agressief worden. Zo meten ze ook de effecten van ploegopstelling en kunnen zo meten wat de mentale gevolgen zijn als iemand al of niet naast een specifieke ploegmaat staat.
Voor het fietsen en triatlon zijn er ook reeds oplossingen om op basis van de geleverde kracht en de effecten op de hartslag te bepalen wat de vermoeidheidstoestand is. Dit nog voor de atleet het zelf merkt. Dat kan nuttig zijn om te doseren tijdens de inspanning, maar ook om bv. het aantal herhalingen tijdens de training real-time te optimaliseren. Dit kan dan verder gebruikt worden om enerzijds overtraining (en ondertraining) te voorkomen, maar ook om de recuperatietijd te voorspellen zodat optimaal gebruik kan gemaakt worden van de supercompensatie.
Als je een stapje verder denkt, kan dit nog een stuk verder toegepast worden. Als er vermoeidheid is, zou het nuttig zijn te kunnen meten/weten of dit veroorzaakt is door verzuring, door vochttekort of gebrek aan energie. Zeker in een lange triatlon zou het nuttig zijn om te kunnen aanduiden wanneer er onvoldoende (of teveel) gegeten of gedronken is. Hiervan zijn ze echter nog ver verwijderd. Je moet in eerste instantie sensoren vinden die iets relevant kunnen meten voordat je aan de slag kan. En dan moeten die sensoren ook nog draagbaar zijn. Op training is misschien wel wat extra mogelijk, maar als je een rugzak moet meenemen om de nodige metingen te doen, dan is de fun er ongetwijfeld snel af. Net om die reden lukt het (als ik het goed begrepen heb) nu nog niet om een en ander op lopers toe te passen (wel in het labo, niet in het wild).
Allerlei metingen kunnen ook extreem nuttig zijn bij revalidatie na blessures. In theorie zou je metingen kunnen doen om de belasting van pezen, spieren, kruis- en andere banden te registreren tijdens het sporten. Dan kan je een terugkeer naar topniveau optimaal begeleiden. Je kan het geblesseerde lichaamsdeel exact belasten tot het niveau dat je lichaam aankan, zonder risico op hervallen, en op die manier de terugkeer naar topniveau zo kort mogelijk maken.
Allemaal heel interessante dingen, die de menselijke prestatie kunnen verbeteren, maar wel met een paar vragen. Want is dat alles nog wel natuurlijk. Komt er op deze manier niet een soort van technische doping.
En is het allemaal nog wel leuk om te doen? Als je constant een schermpje moet bekijken, moet reageren als het ding begint te piepen. Moeten we niet aan de sporters aanleren om juist hun lichaam beter aan te voelen, zodat ze die techniek niet nodig hebben. Of misschien kan het hen juist helpen om hun lichaam beter te “lezen”, zodat ze verder kunnen gaan dan de techniek aanduidt?
De toekomst van de sport zal zeker interessant zijn voor de techneuten, voor de liefhebbers van de gadgets. En dus ook voor de zakenlui, want al dat speelgoed zal waarschijnlijk handen vol geld kosten. Maar het wordt een nachtmerrie voor de atleten die gewoon willen beuken, die hun lichaam reeds perfect aanvoelen en verplicht worden die sensoren mee te sleuren en te bekijken. Ik vraag me af wat een Marc Herremans of Frederik Deburghgraeve hiervan zou vinden.