De afgelopen twee weekend heb ik mij geamuseerd met het afwerken van twee kwart triatlons.
Ik heb in de winter wel echt belachelijk weinig aan sport gedaan, maar in de afgelopen tweetal maanden was het toch weer wat beter. Weliswaar zonder regelmaat, maar er zijn een paar weken geweest dat ik een achttal uurtjes gezwommen, gefietst en gelopen heb. Natuurlijk ook nog weken met maar één of twee uur. In elk geval, de ambities waren “we zien wel waar ik uitkom”.
Vorige week in Sint Laureins viel uiteindelijk vrij goed mee. Hoewel ik op geen enkel moment het gevoel had overschot te hebben en te kunnen versnellen, was ik al heel blij dat ik vlot de wedstrijd kon volbrengen zonder echt verval. In het zwemmen was ik zelfs verbaasd op het einde nog een beetje te kunnen doortrekken. Het is duidelijk dat uithouding (toch voor een kwart) niet echt een probleem is, waarschijnlijk nog steeds van een vijftiental jaren intensief en regelmatig trainen. Om echter terug een beetje vitesse in de benen te krijgen heb ik meer regelmaat in het sporten nodig om de conditie op te bouwen.
Na Sint Laureins was het dan een weekje rusten. Mede dankzij een paar dagen vergaderen in Stuttgart stond ik goed getaperd en volledig gerecupereerd aan de start van de wedstrijd in Eau d’heure, een mooi stukje België ten zuiden van Charleroi. De weergoden waren ook weer van de partij en het was gezellig druk. Er waren namelijk ook nog wat jeugdwedstrijden, een achtste en uiteindelijk de kwart.
Het water was fris, maar het zwemmen vlotte vrij goed. Ik blijf me er echter over verbazen dan mijn starten relatief beter lijken te gaan als ik niet getraind ben en niet per se snel wil gaan. Dat had ik vroeger onder de knie moeten krijgen.
Het fietsen was gewoon leuk. In tegenstelling tot vorige week had ik deze week wel kracht in de benen. Ik kon dan ook goed doorzetten op de vlakke stukken, doorgaan na de klimmetjes, goed tempo rijden. Het trainingseffect van de wedstrijd in Sint Laureins zeker? Kortom tof fietsen en lekker afzien.
In het lopen was het dan iets minder. Van bij de eerste stappen was het duidelijk dat het goede fietsgevoel niet op het lopen overdraagbaar was. Dus aan een gezapig tempo de tien kilometer afgewerkt. Heb een paar gepoogd het tempo toch wat op te drijven, maar de beentje hadden duidelijk andere gedachten.
Resultaat : toch weer wat meer zin om te sporten, en ik kijk vooral uit naar de volgende wedstrijd-dubbel in augustus.