Met onze kleine telg op komst, zijn we op dit moment in een rare situatie terechtgekomen.
Ik heb na onze vakantie in Bretagne nog wel twee triatlonnekes meegedaan (de kleine in Eupen en de kwart in Lommel). Deze wedstrijden gingen eigenlijk heel goed, ik had voor het eerst sinds lang nog eens het gevoel een “wedstrijd” mee te doen. Niet gewoon proberen te overleven en de wedstrijd uit te doen, maar echt wel proberen door te gaan. Om dan weer een beetje te moeten inhouden om niet over mijn toeren te gaan…
Ondertussen is triatlon echter nog minder in mijn gedachten (met een korte opflakkering als toeschouwer van de olympische wedstrijd). Neen, alle voorbereidingswerken voor ons klein ventje moesten geregeld worden.
Nu is het echter vooral wachten. Wachten tot het mannetje zijn tijd gekomen vindt om uit de buik geperst te worden en zich in zijn mama en papa (en oma, opa, mammie, pappie etc) hun armen te nestelen. Wij zijn al redelijk ongeduldig.
Niet dat er niks anders te doen is. Er zijn nog wat deadlines op het werk, dingen die af moeten zijn voor 1 september. Dingen waar ik niet aan zal, kan of wil werken eens ons zoontje naar lucht begint te happen. Toch niet de eerste paar dagen. De stress is er wel een beetje, maar het overheerst niet, de vooruitblik echter wel. Ik ben benieuwd.
Je mag er trouwens niet te veel over nadenken hoe traumatisch zo een geboorte voor een baby moet zijn. Gelukkig alleen lichamelijk, ik kan me toch niks herinneren van mijn geboorte, nochtans de meest belangrijke gebeurtenis in een mensenleven. Het baby’tje wordt door dat smalle kanaal naar buiten geperst, in de lucht geworpen en tot overmaat van ramp moet hij ineens beginnen ademen. Wat zit de natuur toch mooi in elkaar dat het allemaal gewoon werkt. Dat de puzzelstukjes in elkaar schuiven, alles zich mooi vormt, om dan plotseling als klein volledig functioneel mensje te verschijnen. Weliswaar nog veel te leren, maar daar mogen wij “ervaren rotten” hem bij helpen.