Volgens wikipedia :
De term synchroniciteit (letterlijk: gelijktijdigheid) is bedacht door de (para-)psycholoog Carl Gustav Jung in 1930. Hij gebruikte de term in zijn psychotherapie voor ‘toevallige’ samenloop van omstandigheden. Zaken die dus wel met elkaar lijken samen te hangen maar niet in een oorzakelijk verband. Het een is althans niet een logisch gevolg van het ander. Daarom is het hele concept (nog) niet wetenschappelijk te noemen, maar pseudowetenschapelijk: er lijkt steeds rekening te worden gehouden met bovennatuurlijke factoren.
Jung noemt als voorbeeld dat zijn patiënte hem eens vertelde over een droom waarin een scarabee voorkwam. Op datzelfde moment vloog een dergelijk insect zijn kamer binnen. Een scarabee is hoogst zeldzaam op de plek waar Jung woonde. Het lijkt toeval, maar volgens Jung is het dat niet.
Voor mij is dit een niet volledig toegeven aan “toeval”, maar toch ook geen “voorbestemd zijn” of goddelijke interventies. Het is eerder een soort van “moeder natuur” gevoel, hoe de dingen mooi in elkaar vloeien zodat de dingen gebeuren zoals ze voor jouw het beste zijn.
Ik lijk de laatste tijd heel gevoelig te zijn voor bepaalde zaken, en zie ook in het leven rondom mij verschillende gevallen van mooi samenlopende omstandigheden, van synchroniciteit. De truuk is volgens mij om dit vooral niet tegen te werken, maar de geboden kansen met twee handen te grijpen.
Bijvoorbeeld om mijn huisje te kopen. Ik zat in een eet-tent met mijn moeder (die ik had meegenomen omdat ik ging beslissen, als morele steun en extra advies-gever) nog iets te drinken toen de man van het immo kantoor me terug belde om een tegenbod te doen voor het appartement dat ik eerder bezocht had. In principe was ik akkoord, maar mijn moeder raadde me aan nog eventjes te bedenken. Ik heb geluisterd, snel overlegd dat ik nog twee uur had om te bevestigen. De kans bood zich aan, en ik heb ze gegrepen, hiermee stond de deur half-open. Alleen wist ik nog niet wat er ging komen.
We zijn dan gaan kijken naar een huis dat ik reeds bezichtigd had, wat heel leuk was, een fantastische tuin en ligging had, maar duur en een niet-ideale indeling voor de prijs. In de buurt was ook een ander huis waar ik al gepasseerd was, maar nog niet binnen gaan zien, dat kon pas de dag erna. We gingen kijken, en o.a. ook in de tuin. Bleek de eigenaar thuis te zijn. Hij liet ons binnen zodat we alles eens rustig konden bekijken. Hiermee stond de deur helemaal open. Ik heb dan snel overlegd met mama en mijn gevoel gevolgd. Ik ben door de deur gestapt.
Is het toeval? Is het een goddelijke voorbestemdheid? Ik denk het niet, het is een gelukkige samenloop van omstandigheden, je moet het eerst zien (bewust of onbewust) en erin durven geloven. Dat noem ik synchroniciteit.