Ik voel me naakt, helemaal naakt. Ik heb nochtans al mijn kleren aan, en toch.
Kristien had al een paar keer gevraagd hoelang we onze trouwring nog zouden aanhouden. Zij vindt dat we hem samen hebben aangedaan en dus ook samen zouden uitdoen. Ik had (heb) niet veel zin om hem uit te laten. Maar gisteren heb ik dan toch de knoop doorgehakt. We moeten er toch door.
Het valt me gewoon op hoeveel ik met mijn duim of mijn andere hand op mijn ringvinger passeer, en dan merk dat er iets tekort is. Niet alleen daar, maar ook in mijn hart. Het zal waarschijnlijk nog een hele tijd naakt en leeg aanvoelen.
Ik vind het heel erg spijtig, Broer, voor jullie allebei. Wel mooi dat jullie nog zo goed overeenkomen, zo praten.
Maar ja, het zal idd nog een hele tijd leeg aanvoelen. Niet die ring aan je vinger. Dat went snel.
Ik weet nog hoe ik destijds, ten tijde van de scheiding, het ook als heel erg spannend ervaarde, wauw, een kans op een nieuw leven, tot het ook effectief gebeurd was, en je ineens vanalles begint te missen, en dan ineens ook effectief de leegte begint te voelen. Die ik maar niet gevuld schijn te krijgen. Maar het went. Alles went. En ik ben er zoveel rijper door geworden. Ik wou alleen dat ik dat op een andere manier had kunnen leren.