Ik zou zeggen: geluk is het vermijden van ongeluk. Dat vereist een aanhoudend vluchtgedrag en betekend dat je rusteloos in de weer moet zijn met het vermijden van hobbels, het omzeilen van klippen.Met schipperen, je aanpassen en marchanderen. Zo nader je tot het geluk, omdat je moeilijkheden uit de weg gaat. Je hebt je erbij neergelegd dat je het nooit zult bereiken, en dat maakt je alweer een stuk gelukkiger. Geluk is een kwestie van geven en inbinden. Dat is een talent, al staat het niet hoog in aanzien.
Komrij (1989), citaat geplukt uit “De praktijk van het genieten” van Wielfied Van Craen.
Wat me hieraan extra aanspreekt is het zen-gehalte (of is het misschien eerder tao of boeddhisme). In elke geval, het idee om te proberen de verlangens los te laten. Naar mijn gevoel niet zozeer omdat het verlangen een probleem is, maar vooral om je toe te laten je eigen pad te gaan, omdat het pad zoveel belangrijker is als (het het bereiken van) de bestemming. Het kan zijn dat je lang zal reizen, en misschien zal je het doel nooit bereiken, dus kan je maar beter genieten van de omgeving terwijl je onderweg bent.