Trainen is niet echt mijn specialiteit op dit moment, in deze periode. Ik beweeg soms nog wel een beetje, maar om dat trainen te noemen is eigenlijk wat overdreven.
Dat is echter geen excuus om niet aan wedstrijden mee te doen, zeker niet als ze georganiseerd worden door een oude bekende.
Vorige zondag stond ik dus in het zwembad te wachten op mijn beurt. Pronostieken over mijn zwemtijd waren niet eenvoudig, maar ik gokte op ergens rond de zeven minuten voor de vierhonderd meter. Het ging echter een pak sneller. Waarschijnlijk deels door het kleine bad (20m, goed voor een paar extra seconden winst), en vooral door een voorzichtig indelen was in na 5’41 klaar. Zo verbazingwekkend snel dat ik eerst niet geloofde dat ik het goed gehoord had.
’s Middags was het andere koek. Om te beginnen waren we buiten, het was koud en het heeft veel geregend. Niet echt wat je “triatlonweer” zou noemen. Waarschijnlijk heeft dit ook veroorzaakt dat er velen niet zijn komen opdagen (maar 72 zwemmers van de verwachte 95 deelnemers – toch wel spijtig voor de organizatie).
De eerste hindernis van de dag kwam bij het plaatsen van het materiaal in het fietsenpark. Ik had al nagelaten mijn wedstrijdachterwiel te steken (geen tijd/zin om de tandwielen te wisselen), maar nu bleek mijn voorwiel ook afgekeurd te worden. Blijkbaar is het tegenwoordig (weet niet sinds wanneer, ze zeiden al enkele jaren, maar daar heb ik nooit iets van gemerkt) een minimum van 18 spaken verplicht in stayer wedstrijden. Nu ja, gelukkig had ik mijn trainingswiel ook nog in de auto zitten.
Het vervolg was voorspelbaar. Ik werd langs alle kanten voorbijgereden. Maar toch vond ik dat het vrij goed ging, ik had toch het gevoel wat jus in de benen te hebben en kon bij momenten een goed tempo rijden. Aanpikken bij groepen heb ik niet gedaan, enerzijds omdat ik er niet echt zin in had, maar ik denk dat ik er toch snel weer zou afgereden zijn.
Het lopen was dan weer een succesje. Hoewel de eerste kilometer heel moeizaam ging (beetjes deden zeer), kon ik in de tweede ronde toch een redelijk tempo produceren zodat ik nog een paar man heb kunnen inhalen. Een van die gasten probeerde wel me nog in de spurt te verschalken, maar dat heb ik niet laten gebeuren.
Eindresultaat was een 31ste plaats, toch nog bij de eerste helft. Ik krijg daarmee wel zin om terug iets meer te trainen, maar de prioriteiten liggen nu niet zodanig dat dit er (snel) van zal komen. Het allerbelangrijkste, het was leuk. Bedankt Mario, als er een vervolg komt, doe ik weer mee.
In de reglementen staat letterlijk :
Een wiel moet minimum 16 metalen spaken hebben. Indien hiervan afgeweken wordt moet een wiel: minstens 12 metalen spaken hebben en een succesvolle breektest ondergaan hebben bij een erkend testlaboratorium.